In 1994 kwam May Peters voor het eerst naar Puerto Rico om zich te verdiepen in de salsamuziek. Sindsdien beschouwt ze dit Caribische eiland als haar tweede vaderland. Ze dompelt zich met gretigheid onder in de rijke Afro-Caribische muziekcultuur van het eiland en ontplooit op alle mogelijke manieren haar artistieke en educatieve vaardigheden. In alles wat ze doet, streeft May naar groei, in muzikaal, cultureel en persoonlijk opzicht. In dit nieuwe boek beschrijft ze hoe ze de Puertoricaanse samenleving beleeft en welke invloed dat heeft op de groei van haarzelf als musicus en als mens.
May Peters (Berkelaar-Echt) is met muziek opgegroeid. Als vijfjarige begon ze met blokfluit, vanaf tien jaar mocht ze hoorn spelen en sinds haar veertiende is de trombone haar instrument. De opmaat voor twee conservatoriumstudies en een muzikale carrière waarin ze 28 landen aandeed. Ze doceert aan het Conservatorio de Artes del Caribe in San Juan en was eerder docent trombone aan het Conservatorium van Puerto Rico. Verder leidt ze vanaf de eerste dag op Caribische bodem diverse lichte muziekensembles en geeft ze clinics jazz en latin over de hele wereld. Ze speelde in verschillende orkesten van legendarische Puertoricaanse musici. De Nederlandse pers omschrijft haar als 'een wereldburger op zoek naar een glimlach'. De Puertoricaanse pers ziet haar als 'een geadopteerde Puertoricaanse'.
Met haar CD-project Tributo en tambor y trombon en clave de mujer boricua brengt ze een unieke hommage aan Puertoricaanse vrouwelijke componisten. Eerder schreef ze ¡Música, Maestra! / Brieven uit Puerto Rico